De gemeenschappelijke verkenning van de ruimte en de activiteiten die in het museum plaatsvinden, hebben geleid tot een gemeenschappelijke kerngedachte.
Ze voegen, ieder vanuit hun eigen vormentaal, beelden toe in respectievelijk steen en glas om de toeschouwer het gedeelte van het museum dat zich toespitst op de lithografie met andere (nieuwe) ogen te laten zien. De beelden worden geïntegreerd in de opstelling van het museum.
In het kader van het 'Spiegelproject' komen Jan Doms en Hilde Heyns elkaar tegen op 12 april tijdens een verkenning in het Nationaal Museum van de Speelkaart in Turnhout. Ik spreek hen een aantal weken later in Tilburg. En mijn eerste indruk is, dat hier in meerdere opzichten sprake is van een fysieke spiegeling tussen twee kunstenaars. Zij: vrouw, een bloem, 'spiritueel', - en hij: man, een boom, 'constructief'. En beide bezield van hetzelfde: in de ban van het beeld.
Er ontwikkelt zich een gesprek over hun zoektocht naar 'het materiaal' dat hen in staat stelt uitdrukking te geven aan hun ervaringen. Is het steen, hout, staal, glas? Want juist het materiaal is bepalend voor wat er aan de orde gesteld moet worden. Ze slepen me mee in hun verhaal. En ik raak in de ban van wat ze vertellen.
Hilde is zich zeer bewust van waar ze mee bezig is: iedere steensoort heeft zijn eigen karakter - Noorse steen is weer anders dan Italiaanse - 'met de ene soort zit ik in de aarde - met de andere soort overstijg ik de aarde'. En dan vallen woorden als een groeiproces aangaan, antroposofie - dat is wat haar bezig houdt.
Jan zoekt de confrontatie op met de dominante, maatschappelijke stroming, die ons bezweert dat je nergens moeite voor hoeft te doen. Een ramp! Kunst bestaat bij de gratie van humaniteit en heeft als opdracht om mensen wakker te houden. Glas is daarbij een ideaal medium: het confronteert de toeschouwer met de vraag wat 'binnenkant' en 'buitenkant' is.
Kom ik hier twee 'conceptuele kunstenaars' tegen die 'iets / een idee aan de orde stellen'? Zij onder het motto 'spiritualiteit' en hij met als kerngedachte 'argwaan'?
Vlak voor ons gesprek las ik in het dagblad Trouw (3 juni 2006) een artikel van Pieter Hoexum (1968), die aan de kunstacademie AKI in Enschede en filosofie in Groningen studeerde en redacteur is van Krisis, tijdschrift voor empirische filosofie. Onder de kop 'De list van het beeld' schrijft hij: "Vorm en idee zijn zozeer met elkaar verbonden en verknoopt dat ze niet te scheiden zijn. Ze vormen een zo onontwarbare knoop, dat het onbegonnen werk is de idee (of de vorm) eruit te zuiveren. Etymologie levert natuurlijk geen enkele bewijskracht - al lijken veel filosofen daar anders over te denken - maar het is toch wel opvallend dat de Griekse woorden 'idea' (idee) en 'eidos' (vorm) praktisch synoniem zijn en etymologisch in verband staan met het Griekse woord voor 'zien'."
Als ik Hilde en Jan de kop van het artikel 'De list van het beeld' voorleg zie ik hun ogen stralen. Wat zij doen is een nooit eindigende poging om met 'nieuwe' beelden 'bestaande/oude' beelden te overwinnen. Zoals Hoexum schrijft: "Een kunstenaar kan nog zoveel willen, hij kan nooit ontkomen aan een zichtbaar beeld. Hoe harder hij het probeert, hoe harder het beeld toeslaat. Het beeld is misschien wel de ultieme tegenstander van een beeldende kunstenaar en uit die strijd kunnen de meest belangwekkende kunstwerken voortkomen."
Aan de bezoeker van het museum de opdracht om de theorie in praktijk te toetsen!
Leon Segers